Terug in Nederland
Een maandje eerder dan gepland zijn we terug in Nederland, hoe zou dat nou komen????? Na 30 uur reizen (we slaan 2 nachten over) landen we met een flinke tegenwind op Schiphol. We overnachten in een hotel in Amsterdam, slapen een halve etmaal en fietsen dan terug naar Garderen via de Zuiderzee route. De meeste tijd gelukkig wind mee, behalve in de polder bij Eemnes. We ervaren gelijk weer dat het ook in Nederland hard kan waaien. De eindstand van het aantal gereden fietskilometers is 7690.
Wat blijft ons bij aan onze (fiets)reis:
Dat je op de fiets een land goed kan ruiken (planten, uitlaatgassen, eten e.d.), kan horen (de vogels,krekels , het getoeter, een stad) , kan zien (ook de bermen zeggen wat over een land) en kan
voelen (met name bergop). Dat je veel contact hebt met de lokale bevolking, vooral in de Islamitische landen. Dat we ons in elk land veilig hebben gevoeld. Dat je met lopen andere spieren gebruikt
dan met fietsen, wat spierpijn tot gevolg heeft. Dat reizen per openbaar vervoer heel leuk kan zijn en lekker snel is. Dat elk land zijn eigenaardigheden heeft. Dat je elkaar af en toe goed zat kan
zijn. Dat je tijd heb om te peinzen over allerlei dingen. Dat ik (Marjan) na 7 maanden Dick nog steeds in de wielen rij (letterlijk). Dat we Turkije en Nepal het leukste/prettigste/mooiste hebben
gevonden. Dat we de vele reacties op de site en het contact per e-mail erg hebben gewaardeerd. Dat terugkomen leuk is maar er gespaard gaat worden voor een volgende reis. Er is nog zo veel te
zien!!!
Dat ik (Marjan) volledig verantwoordelijk ben voor de inhoud van deze site.
Van Zuidereiland terug naar Noordereiland
Wij trachten lopend via de Roberts Point track de Frans Jozef gletsjeraan de westkust van het Zuidereiland te bereiken, kost wat moeite vanwege de glibberige rotsen (het regent) en de verschillende beekjes waar we doorheen moeten op weg er naar toe, nog dagen spierpijn gehad (Marjan). Maar wel bijzonder; een gletsjer bij een regenwoud.
De weg langs de westkust van het Zuidereiland hoort volgens de lonely planet bij de 10 mooiste wegen ter wereld en dat kunnen we beamen, wordt wel gelijk ook een van de zwaarste in NZ vanwege de vele en soms steile beklimmingen en afdalingen. We overnachten onderweg o.a. in Pukekura , een plaats met wel 3 inwoners (vader, moeder en dochter), zij runnen een lodge en restaurant waar ze possum op het menu hebben staan. Possums zijn beestjes die er heel leuk uitzien - zij lijken op was beertjes- , maar ze zijn een plaag. Er zijn er zo'n 70 miljoen, wij zien ze vaak dood gereden op de weg.
In het noorden van het Zuidereiland vind je het Abel Tasman park met de wouden en romantische baaien. We kajakken met tent en proviand over zee naar Bark Bay en overnachten daar op een schitterende DOC camping. Best wel spannend om met flinke golfslag en alleen een kaart naar de plaats van bestemming te varen, maar het gaat prima, al is 'landen' op het strand wel even lastig. Je hoort op zo'n stille plek de vogels en vooral de tui heel goed. Als de tui zingt lijkt het net of er een game spelletje wordt gespeeld, een bijzonder geluid. We eten de zelfgeplukte mosselen, die op de rotsen in de baai te vinden zijn, ze smaken prima! We lopen de 24 km (3 km extra vanwege het tij) weer terug naar de camping in Marahau (waar we Judith tegenkomen die als uitzendkracht bij FNV Zelfstandigen heeft gewerkt en nu afgestudeerd is in de psychologie), onze bagage en kajak wordt door de watertaxi meegenomen, super makkelijk.
Van het Abel Tasman park fietsen we via de Queen Charlotte highway naar Picton in af en toe vreselijk weer. Vooral de wind met regen en veel vrachtverkeer bergop is geen pretje, in de bochten word je bijna van de weg geblazen. Via de ferry komen we terug in Wellington op het Noorder- eiland. We hebben nu tijd om de stad en het Te Papa museum (nationaal museum)te bezoeken. Het is een vriendelijke, prettige stad met een mooie haven en boulevard.
De laatste dagen zijn we ook 'de stoere kiwi' tegengekomen; in de supermarkt, op de camping en op de boulevard. In de supermarkt zien we bij de kassa een jongen zich tig keer opdrukken, moet zeker indruk maken op de caissière en zijn vrienden. Hetzelfde zien we een paar jongens doen op een camping. Op de camping in Picton loopt er ineens een man met een geweer rond en even later wordt er een wild zwijn omgelegd door de tweede flinke kiwi met mes en met behulp van wat vechthonden (leuk voor de kinderen!).De zwijn wordt- door een andere derde campinggast- stoer op zijn auto gegooid en er worden diverse rondjes gereden, met natuurlijk bierflesje in de hand. En op de boulevard van Wellington komen we 2 joggende mannen in duikkleding (zweet zeker lekker) en met zwemvliezen in de hand tegen, ze rennen van het begin tot het einde in deze toch bijzondere outfit. We verbazen ons af en toe wel over de NZ- landers .
Omdat we nog een paar must do voor Kiwi's (zo staat het hier in de folder van de Informatie) willen doen huren we de laatste week een auto. We lopen nu de in december gemiste Tongariro Alpine crossing, het is gelukkig mooi weer en het is de moeite waard om terug te gaan. Indrukwekkend om door kraters van vulkanen te lopen. We zien ook Napier, de stad die bekend staat om zijn art-deco gebouwen. We reizen af naar de Bay of Islands in het hoge noorden van het Noordereiland.
Tot nu toe hebben we geluk gehad met alle natuurverschijnselen die in de afgelopen 2 maanden zich hebben voorgedaan in NZ. We waren in december net weg uit Picton toen de boel overstroomde vanwege een tropische regenbui met veel wind (het was een 100 km verderop alleen flink tegen de wind in fietsen). We waren net nog niet in Christchurch toen daar een aardbeving was. Maar hier worden we geconfronteerd met de gevolgen vande cycloon die een dag tevoren het noorden heeft geteisterd. We kunnen Russell op de Bay of Islands niet bereiken omdat alle toegangswegen zijn afgesloten door wateroverlast en we brengen noodgedwongen de nacht door in de auto op een parkeerplaats in Kawakawa (bekend door de openbare Hundertwasser toiletten) en velen met ons. De plaatselijke chinees doet goede zaken, hij werkt zich in het zweet om ons allemaal te bedienen. De volgende morgen mogen we doorrijden en dat houdt hier in dat je door water rijdt dat zeker tot halverwege het portier komt. De weg zie je niet, het is een kwestie van je voorganger volgen. In Russell is er niets aan de hand, het is eigenlijk het eerste mooie plaatsje wat we tegenkomen. Russell was de eerste hoofdstad van NZ en de eerste nederzetting van de Europeanen, het uischot van Europa vestigde zich hier. Russell stond bekend als het hellegat van de Pacific, misschien dat daardoor de oudste kerk van NZ er nog staat. We zien hier ook de dolfijnen, helaas mag er niet mee gezwommen worden omdat er pasgeborenen bij zijn. Ook valt het ons op dat ook in dit deel van NZ zoveel huizen te koop staan. Als we de NZ-landers vragen hoe dat komt (volgens ons de crises waar ze hier in tegenstelling tot Australië last van hebben)krijgen we niet echt een antwoord. In Auckland brengen we nog een dag door, vrijdag 4 februari fietsen we naar het vliegveld om het vliegtuig naar Dubai te nemen en vandaar moeten we naar Nederland zien te komen. De teller op de fiets staat op 7550 km, dat houdt in dat we in NZ ruim 2200 km hebben gefietst.
Wat blijft ons bij aan Nieuw Zeeland:
De gevarieerde prachtige natuur en veranderde weersomstandigheden, de ongelooflijke draaiwinden, heldere luchten en mooie sterrenhemel, het levensbedreigende weggedrag van de kiwi's, de smalle wegen waar 100 km mag worden gereden en je een bekeuring krijgt als je te zacht rijdt, het 'hi guys, hi mate how you doing today?, het ontbreken van mensen met een kleurtje, de overeenkomst met Roemenie vanwege de vele kruisjes langs de kant van de weg , de dode dieren (possums en konijnen) en de lege flesjes bier in de berm op de doorgaande wegen. Het vriendelijke en no nonsens gedrag van de NZ-landers, de hoge prijzen van voedsel en accommodaties (zeker met de lage Euro), de verse fish en chips en smakelijke wijnen, alle geboden waar we ons aan moeten houden op de camping en in de backpackerslocaties ,zoals uitchecken 10 am sharp, NZ waterland ( het water is nooit ver weg ), het groot aantal campers in alle soorten en maten, de vele praatjes met deze en gene en als laatste - waar we nog last van zullen hebben in Nl - de jeukbultenVan Noordereiland naar Zuidereiland
De trein gepakt vanaf National park naar Wellington, de weersverwachting zien er niet goed uit voor het Noordereiland daarom maar vlug naar het Zuidereiland. Een prachtige tocht met de ferry naar Picton, voor NZ begrippen een pittoresk plaatsje. Je kan in de omgeving mooi wandelen met uitzicht op de baaien, wij hebben een dag een deel van de Oueen Charlotte track gelopen. Van Picton gaan we via Marlborough (de wijnstreek) langs de Oostkust naar Christchurch. We vieren kerst in Marfells bay op een DOC camping aan de Stille oceaan met een maaltijd van pasta met carbonara smaak, een fles wijn, een koude douche maar met uitzicht over het water. DOC is the Department of Conservation , de organisatie die de natuurparken onderhoudt, informatie geeft en200 natuurcampings beheert. Wij verwachten op zo'n camping een beetje een alto publiek en natuurliefhebbers. Maar aan de Oostkust van het Zuidereiland gaat de plaatselijke bevolking op vakantie op zo'n camping, scheelt gauw een dollar of 10 p.p.p.n. Dus we hebben al een paar keer gekampeerd op een mooie plek met de kiwi's met 4-wheeler (Quart), cross motor, vechthonden, generator voor de koelkast en geweer om te jagen of vishengel om te vissen (naar gelang de streek). In de bergen en aan de Westkust zijn het fietsers, wandelaars en late passanten die op de DOC camping staan. We overnachten ook in Kakoura, deze plaats staat bekend om haar dolfijnen en walvissen, die we helaas niet zien. De weg voert langs het water en wij hebben zelf goed zicht op zeehondenkolonies en de oceaan. We gaan dus langs de toeristische plaatsen van Picton naar Christchurch en zien daarom de avontuurlijke kiwi/NZ- lander op vakantie: ' een 4x4 auto of camper met voor - of achterop een aantal MTB fietsen, op het dak een kano en/of surfplank en op de aanhangwagen een boot of auto als het een camper is. We zien ze zelf weinig fietsen, surfen, zeilen etc, maar op de weg zijn het hele mannen!! De kiwi stapt uit zijn auto met bij voorkeur een flesje bier in zijn hand en dat flesje houdt hij vast bij het barbecueën, zicht houden op zijn kinderen en bij het kletsen met de buren op de camping'.
Het oude jaar luiden we uit op Cathedral square met muziek en vuurwerk in Christchurch, van groot belang voor de inwoners omdat ze in september en op boxing day (2e kerstdag) een aardbeving hebben gehad en het niet zeker was of het feest door kon gaan. Het valt ons trouwens op dat in NZ kerst en oud en nieuw niet uitbundig wordt gevierd. Geen kerstversierselen, geen kerkklokken gebeier op 1e kerstdag en het vuurwerk van de chinees op de hoek in Ermelo of Putten is grootser dan die van de gemeente van Christchurch. In NZ zijn er sowieso weinig kerken en je moet hier niet komen voor de leuke oude plaatsjes, die zijn er niet. Maar het landschap daarentegen is overweldigend.
Van Christchurch gaan we via route 72 naar de bergen en naar de Westkust. Het is een prachtig gevarieerd landschap , van de Stille oceaan naar lieflijke heuvels, van wijnvelden naar de turkooizen of azuurblauwe meren met op de achtergrond Mount Cook en door het regenwoud met haar gletsjers naar de Tasman zee. Het weer is net zo divers als de omgeving. We hebben soms flinke tegenwind, stromende regen en dan weer heftige zonneschijn (zie de foto's). In de bergen en aan de westkust komen we steeds meer fietsers tegen, de waterdichte Ortlieb tassen zijn van verre te herkennen. En we ondervinden dat het nergens vlak is in NZ. We weten nu ook dat de accommodatie voor backpackers inhoudt dat je er zelf kan koken, we maken er gebruik van als het heftig regent, dan is het opzetten van een tent geen pretje. En dat zijn ook de zandvliegenaan de westkust niet. We waren gewaarschuwd, maar ze zijn erger dan verwacht! Kleine vliegjes die grote jeukbulten veroorzaken, vooral aan enkels en handen. Hopelijk wordt het minder als we verder naar het noorden van het Zuidereiland trekken.
Naar het Zuidelijk hafrond
Even een opmerking vooraf: Kapil , onze gids uit Nepal heeft zijn e-mailadres achtergelaten op de site voor een ieder die eventueel een trekking wil gaan doen, zie reacties.
Van Nepal via Dubai naar Nieuw Zeeland (NZ). Van de armoede, herrie en vrolijke chaos naar het rijke, luxe en nette Dubai. Het is wel wennen zoveel luxe. Wat opvalt zijn de grote auto's, de vele shopping malls met zelfs een ski piste, de architectuur waaronder het beroemde Burj Al Arab hotel (hotel met het zeildoek), het hoogste gebouw ter wereld,Burj khalifa,en de schone opgeruimde straten, metrostations en winkelcentra nergens rotzooi. Er wonen zo'n 5 miljoen mensen in Dubai waarvan 20% locals. De staat zorgt goed voor ze, er is 100% werkgelegenheid, als starter krijg je een huis (sociale woningbouw waar wij versteld van staan) ,als je trouwt met een local ontvang je een flinke som duiten, gratis onderwijs en gezondheidszorg en als man zijnde mag je 4 vrouwen trouwen. Kortom wanneer je je roots hebt in Dubai zit je goed. De Indiërs, Filippijnen, Nepalezen en Egyptenaren zijn vaak bouwvakker, schoonmaker, werken in de horeca of rijden taxi. De Europeanen, Amerikanen en Australiërs werken bij de multinationals. Als je van zon, golven, winkelen en architectuur houdt is Dubai leuk voor een (korte) vakantie.
Na een lange zit in de airbus aangekomen in Auckland op het Noordereiland van Nieuw Zeeland (NZ).
Ingecheckt bij een backpackers hotel, het valt op dat veel accommodaties, campers, restaurants etc. de naam backpackers gebruiken. Schijnbaar werkt dat commercieel goed. Auckland is een moderne stad met een mooie haven met leuke restaurants en cafés. We moeten wel wennen aan de hoge prijzen, NZ is geen goedkoop land om te vertoeven. Ook is het wennen aan de welvaart, de omvang van de kiwi's/Nieuw Zeelanders (uit de kluiten gewassen zowel in lengte als in breedte), het gesproken Engels (knauwen), de maximum snelheid op de smalle wegen en hetdrinken dat ze hier doen, al smaken de NZ wijnen ons ook prima. Na een paar dagen wennen aan de tijd (het is hier 12 uur later dan in Nederland) de fiets gepakt richting zuiden. Gelijk de eerste dag weer verkeerd gereden en een bergje van 300 meter gepakt, is toch weer zweten. De UV straling is hier heftig, dus smeren we factor 50. Het landschap waar we de eerste dag door heen fietsen is glooiend en lijkt op het heuvellandschap van Europa. Daarna zijn we richting Pacific/Stille Oceaan gefietst met haar prachtige stranden en verder naar Rotorua met haar warmwaterbaden, geisers, modderpoelen en de oorspronkelijke bevolking Maori's . We moeten af en toe flink trappen omdat het nogal heuvelachtig is. Het weer is na 2 dagen omgeslagen en is werkelijk vreselijk, het regent pijpenstelen. Als we dit schrijven regent het al 4 dagen en zitten we in een cabin ipv de tent in het Tongariro nationaal park te wachten tot we de beroemde 1-daagse Tongariro Alpine Crossing kunnen wandelen, langs de filmset van de Lord of the Rings. Ze voorspellen tot en met de kerst slecht weer, zoiets als in Europa maar dan regen in plaats van sneeuw. Dit park staat op de lijst van wereld erfgoed van Unesco vanwege het unieke landschap, vooral door de vulkanen.
De campings zijn in NZ uitstekend geoutilleerd, met zelfs volledige ingerichte keukens waar je gezellig kan eten. We ontmoeten op deze manier dan ook mede fietsers van verschillende nationaliteiten, zoals o.a. Amerikanen uit Alaska (gelukkig fervente tegenstanders van Bush) , een Frans echtpaar met 2 kinderen die een jaartje fietsen, een paar Duitsers en Marco vrachtwagenchauffeur uit Tiel die na Santiago de smaak te pakken heeft gekregen. En verder een blank Zuid Afrikaans echtpaar (niet op de fiets maar met auto en caravan)die willen emigreren waarvan wij denken dat ze daar in NZ niet blij van worden en best wel veel Nederlanders en Fransen met camper.
We wensen een ieder die onze site leest mooie kerstdagen en een bijzonder goed 2011. We verwachten begin 2011 een volgend bericht te plaatsen.
Rondje Nepal
Na de voettocht naar de Mount Everest is het tijd voor de bezienswaardigheden van Kathmandu; zoals de tempels en het paleis op Durbar Square, Boudha de grootste Stupa van Nepal, Swayambhunath de apentempel te bereiken via een lange trap naar boven en het indrukwekkende Pashupatinath , de meest belangrijke hindoetempel van Nepal aan de oever van de heilige rivier Bagmati. In deze rivier worden de doden verbrand vergelijkbaar met de rituelen in de Ganges (India).We worden na de rust van de bergen'gek'van het verkeer en gedrang in de straatjes. Iedereen die een voertuig heeft (van bus tot riksja) toetert of belt om te laten weten dat hij er aankomt, met de bedoeling dat jij opzij gaat. Het merk Suzuki Alto van 25 jaar geleden, is oververtegenwoordigd en wordt ook gebruikt als taxi. Wij weten inmiddels uit eigen ervaring , dat je met zijn vijven, met eenzelfde aantal rugzakken in zo'n autootje past. Ook weer eens een bezoek gebracht aan een postkantoor in den vreemde. We hebben al wat ervaring opgedaan in Bulgarije (lang wachten en weinig klantvriendelijkheid) en Turkije (geweldige service). Maar de werkwijze van de posterijen in Nepal slaat werkelijk alles, niet te begrijpen voor een westerling die een keurig postkantoor gewend is (zoals ze waren in Nederland). Het door Rika opgestuurde pakket met boeken en verrassingsdrop (gelukkig met barcode) is aangekomen in Kathmandu, maar waar is het gebleven?? We hebben 2 dagen een paar uur op het postkantoor doorgebracht om het pakket in handen te kunnen krijgen. We zien hoe de postverwerking gaat, overal in het gebouw (we kunnen het hele postkantoor/'distributiecentrum' doorstruinen) zakken met post en pakketten. Hoe dat ooit op de plaats van bestemming moet komen? Met de code is gelukkig te achterhalen dat het pakket gearriveerd is en na het aflopen van vele loketten, het halen van tig handtekeningen van diverse beambten en het betalen van 100 roepies komen we eindelijk in het bezit van de felbegeerde boeken. We hebben de winterkleding en wat souvenirs naar huis opgestuurd (met barcode=bewijsstuk). We hopen dat het aankomt, maar vrezen met grote vreze.
De fietsen zijn natuurlijk niet voor niets meegenomen naar Nepal dus een rondje door het land hoort erbij. Er wordt aangeraden niet te fietsen op de weg naar Pokhara (de 2e grote stad) vanwege het drukke verkeer, de breedte en kwaliteit van het wegdek en het rijgedrag van de (bus)chauffeurs (je hebt hier in 1 dag je rijbewijs en dat merk je!). Vandaar dat we dan toch maar de bus pakken, de fietsen gaan mee op het dak. Op elke bus gaat er naast de chauffeur ook een bijrijder mee. Deze hangt over het algemeen uit de deur, pikt de mensen op en heeft als belangrijke taak via klopgeluiden op de zijkant van de bus, de chauffeur aanwijzingen te geven hoe in te voegen, zonder ongelukken weg te rijden en andere voertuigen te passeren op smalle stukken weg. Het werkt wel zo'n menselijk achteruit alarmsysteem. En als je met de openbare bus gaat ben je voor een paar dubbeltjes p.p. klaar, je bent dan echter niet verzekerd van een zitplaats in de bus (soms kan je nog mee op de bus), er wordt voor dat geld wel een vrolijk muziekje gedraaid en je moet niet raar opkijken van een geit als mede passagier.
Pokhara is een vriendelijk stad aan het meer Fewa Ttal, de stad is schoner, minder luidruchtig en gemoedelijker/relaxte dan Kathmandu . Helaas kunnen we het Annapurna gebergte niet zien vanwege het heiige weer. Ook al heb jein de toeristische plaatsen bijna overal wifi en flappentappers (ATM), met een creditkaart betalen gaat nog via een medewerker van de bank die met een afdruk apparaat voor de kaart naar het hotel komt en daarna belt of de betaling correct is.
Van Pokhara fietsen we naar het Chitwan Park met zijn olifanten, tijgers , krokodillen en vele vogels. Het is leuk om weer te fietsen en dat door de vele kleine plaatsjes en door het naar tropisch veranderde landschap. De eerste dagen af en toe best pittig vanwege de bergen. We beginnen hoog en dalen af naar 60m boven de zeespiegel. Onderweg eten we in kleine eettentjes, worden we begroet door de vele kinderen, hebben vooral de lamp en kilometerteller op de fiets de interesse van de Nepalezen, verbazen ons over de vele Hindoetempeltjes, delen we de relatief rustige weg met de andere weggebruikers zoals buffels, koeien, geiten, honden (die niet agressief zijn), apen en hoeven we maar een paar keer de berm in te duiken voor inhalende bussen.
We strijken na een paar dagen neer in Sauraha aan de rand van het nationale Chitwan park en aan de Rapti rivier. We lopen met 2 gidsen door de jungle (1 voor en 1 achter ons) en gaan mee met een jeepsafari, helaas spotten we geen tijger of eenhoornige neushoorn, alleen wat krokodillen, zwijnen, herten, pauwen en wat wilde kippen. Het dorp staat bekend om zijn vele olifanten die gebruikt worden voor het toerisme - de olifantenritten -, je kan op de rug van een olifant de jungle in. We kijken vanaf onze lodge tegen de konten van 2 olifanten aan en zien hoe ze worden behandeld, reden voor ons om af te zien van zo'n ritje.
Na het Chitwan park gaan we via de Tribhuva highway en het dorpje Damen terug naar Kathmandu. Daman ligt op 2322 m hoogte (we bussen de 60 km omhoog) en vanaf dat punt heb je een geweldig uitzicht op de Himalaya, van Dhaulagiri tot de Mount Everest. Als je de pas hebt gehad wordt het mistige weer vervangen door helder weer met blauwe luchten . We keren daarnaterug in de hectiek van Kathmandu en fietsen de laatste kilometers in Nepal door de stad, met de gedachte dat we graag terugkomen om de Annapurna trekking te lopen en te fietsen over de hoogste weg ter wereld van Kathmandu naar Lhasa in Tibet.
Wat blijft ons bij aan Nepal:
Het schitterende (berg)landschap en de mooie vergezichten, de trekking naar de Mount Everest basiskamp, het vrolijk en optimistische volkje ondanks hun- in onze ogen- soms belabberde omstandigheden
, de werkloosheid in de niet toeristische gebieden, het dagelijks een paar uur uitvallen van de elektriciteit, de herrie, drukte en beestenboel op de weg, de vuilnishopen, de beheersing van de
Engelse taal door best veel mensen , de vele kleine winkeltjes en eettentjes met weinig variatie in het assortiment (ieder gelijksoortige winkel heeft hetzelfde aanbod ), de Dahl Bat die je na een
paar weken echt niet meer door je keel krijgt, de kleurige tika's ( stip op het voorhoofd) van de Hindoestanen en de fleurige kleding van de vrouwen.
Kortom een land om terug te komen!
PS. Sinterklaas hebben we niet gesignaleerd, we denken dat Nepal net te ver weg is voor de goedheiligman. Misschien zien we hem nog in Dubai, vooral omdat het een paradijs schijnt te zijn voor kooplustige Zwarte Pieten. Mogen we hem echter niet tegenkomen dan hebben we nog kans op de Kerstman in Nieuw Zeeland, onze laatste bestemming van deze reis.
Nepal, de trekking naar de Mount Everest basiskamp
De trekking van jiri naar de Mount Everest basiskamp: een overbrugging/overwinning van 9000 hoogtemeters.
Op 24 oktober 's morgens vroeg met de bus naar Jiri samen met Kapil, onze gids en Ghale , de drager van onze rugzak met slaapzakken en kleding. Jiri is het beginpunt van onze voetreis naar de Mount Everest . Het is een afstand van 180 km, maar je doet er wel 8 uur over vanwege de slechte weg, drukte en bergpassen. We zijn blij dat we niet met de fiets zijn, was haast niet te doen geweest. Om toch de benen te strekken na de lange busreis zijn we nog gaan lopen tot Sibalaya. Omdat we vrij laat in de middag zijn gestart moeten we een deel in het donker lopen met onze mijnwerkerslampen aan. Is wel een ervaring op zich om op stenige paadjes door de bergen in het donker te lopen.
De volgende morgen zien we hoe prachtig de omgeving is, groene bergen met terrassen en kleine dorpjes. We lopen de volgende 9 dagen door dit schitterende groene gebied. Het is elke dag klimmen en weer dalen, lopen door droge rivierbeddingen en op smalle paadjes . We lopen op met 3 Duitse jongens en hun gids en 2 dragers. We logeren tot Namche Bazaar in dezelfde lodges en lunchen gelijktijdig. De hele reis lopen we gemiddeld 5 tot 7 uur per dag, we beginnen de dag vroeg omdat het in de morgen zonnig en helder is, de bewolking komt meestal in de middag opzetten.
Het beschrijven van het landschap gaat ons moeilijk af, je moet het zelf ervaren, zo prachtig. Hopelijk geven de foto's een beeld van de omgeving.
De meeste mensen starten hun trekking naar de Mount Everest vanaf Lukla, je vliegt dan vanaf Khatmandu naar Lukla. Er komen in het hoogseizoen zo'n 300 tot 500 hikers per dag in Lukla aan. Omdat wij zuidelijker gestart zijn is het tot Phakding niet zo druk in de lodges. Je moet trouwens niet te veel luxe verwachten in de lodges. De wandjes tussen de 'slaapkamers'zijn dun, de vloer is niet geïsoleerd, het bed is een plank met een dun matrasje erop en een warme douche bestaat vaak uit een backet shower. Dat is een teiltje met heet water met een maatbeker bijgeleverd. De maatbeker wordt ook voor andere doeleinden gebruikt, voor het douchen, om te gebruiken voor de wc (wat je achter laat te laten verdwijnen in een gat), en om raksi (de plaatselijke whisky) in te doen. Het is trouwens een gezellige boel in de lodges, zowel met de gidsen en dragers (nieuw kaartspel en Nepalees trekkingliedje geleerd) als met de andere toeristen. Je komt mensen vanuit allerlei landen tegen. Wat opvalt is dat de leeftijd varieert van 20 tot dik 70 jaar, vooral de Japanners op bejaarde leeftijd zijn oververtegenwoordigd. We zijn weinig Nederlanders tegengekomen.
De kachel in de lodge is , vooral op hoogte, van groot belang. Het is na zonsondergang hartstikke koud, de kachel wordt alleen in de namiddag en avond gestookt met hout of gedroogde yakstront. Het laatste heeft in verband met de ontbossing de voorkeur. We hebben natuurlijk wel wat winterkleding meegenomen, maar niet voor een temperatuur van - 15 graden, daarom maar een merk donsjack, made in China, aangeschaft. Na het eten van gebakken rijst, bami of Dal Bhat (witte rijst met curry groente en linzensoep) is het nog even thee drinken en dan vroeg naar bed, er is toch niets te beleven verder en je bent over het algemeen bekaf.
Hoe hoger je in de bergen komt hoe drukker het dus wordt. Het wordt ook steeds duurder. Om een idee te hebben; een wc rolletje kost op 3500m hoogte al gauw €1,50,een mars € 2,50 en een warme douche € 4,00 p.p. Een 2-persoonskamer gaat weg voor €2,00 per nacht. Het is zo duur omdat alle producten met dragers, ezels of yaks naar de dorpen worden vervoerd. Er is vanaf Jiri geen weg naar boven, alleen voetpaden en het vliegtuig naar Lukla.
Het water zuiveren we zelf om zo een plastic afvalberg te voorkomen en het is goedkoper. Vanaf 3500m is het gebeurd met het biertje bij het eten, vlees hebben we de hele trekking niet gegeten. Voor het ontbijt staat havermoutse pap op de kaart. Op advies van Kapil drinken we gemberthee en eten we veel knoflook, schijnt goed te zijn tegen hoogteziekte.
We bezoeken kloosters en bezoekerscentra en horen van Kapil de geschiedenis van zijn land, de politieke situatie, het vreedzaam samenleven van de hindoes en de boeddhisten, het kastensysteem en de namen van de bergen in de Himalaya.
De eerste paar dagen voelen we het gebruik van andere spieren dan die we gebruiken voor het fietsen goed, vooral vanwege het steile stijgen en dalen. Alleen een spiertje verrekt met het dansen met de gidsen en dragers (Marjan) en een dag hoogteziekte op 5200m (Dick). Verder alles oké met de gezondheid.
Je merkt goed dat je lichaam anders reageert op de ijle lucht, na 3200m word je kortademig en komt er af en toe een hoofdpijn opzetten. Boven de 4000m is het eigenlijk niet leuk meer, de benen voelen zwaar aan, je hijgt als een oud paard als je klimt en ‘s nachts slaap je slecht. Schijnt allemaal normaal te zijn. De omgeving verandert sterk , het groen en de terrassen maken plaats voor rododendron bossen en rotsen, de ezels worden vervangen door yaks, de hangbruggen over de rivieren worden steeds hoger, hetzelfde geldt voor de pieken van de Himalaya.
Op 7 november bereiken we ons einddoel, de Mount Everest basiskamp op 5364 m hoogte, we slapen die nacht in Gorep Shep op 5160 m. De volgende morgen kunnen we een foto maken (vanaf Kata Pattar) van de hoogste berg ter wereld , de Mount Everest met een hoogte van 8846 m.
Op 8 november gaan we snel naar lager gelegen gebied om zo gauw mogelijk af te komen van de hoogteziekte, je komt uitgeputte medelopers tegen ondersteund door hun gids of op een paard en als het erg met je gesteld is word je per helikopter afgevoerd. Een kleine 1000 m dalen helpt al om af te komen van de verschijnselen van hoogteziekte. Op de terugweg lijkt 4000m niet hoog meer, je lichaam heeft zich aangepast aan de hoogte. De terugreis is voorspoedig gegaan, we zijn zelfs zonder angst in het kleine vliegtuigje richting Kathmandu gestapt.
Als afsluiting nog wat over de situatie van de mensen in de bergen. De armoede is groot en helaas komt de ontwikkeling hulp vaak niet op de juiste plaats. We hebben ons laten vertellen dat veel geld verdwijnt in de zakken van de politici. De kinderen moeten zelf zorgen voor pennen en papier, veel ouders hebben daarvoor geen geld. De kinderen blijven ook vaak thuis om te helpen op het land.
De dragers van de toeristen hebben vaak 25 tot 35 kg op hun rug, naar onze mening veel te veel. De dragers die de producten voor de lodges omhoog brengen soms wel 100 kg. Het zou ons een lief ding zijn als hun positie verbeterd zou worden. De dragers verdienen haast niets, zo'n 6 tot 7 euro per dag en dan moeten ze nog zelf hun eten en soms hun overnachting betalen (en het eten is duur in de bergen) De maoïsten hebben hun situatie iets verbeterd, maar nog onvoldoende. De meeste dragers komen uit boerendorpen en proberen zo wat bij te verdienen.
Ghale bijvoorbeeld heeft een huis en stukje land in een ander deel van Nepal, hij is in het trekkersseizoen in Kathmandu , overnacht in het kantoor van de reisorganisatie. Hij is niet zeker van werk omdat er meerdere dragers zijn en ieder aan de beurt moet komen. Je ontvangt alleen salaris als je werkt. Zijn moeder en vrouw zorgen tijdens zijn afwezigheid voor het land. Buiten het seizoen verhuurt hij zich zelf met de os van zijn oom als ploeger. Gelukkig zijn er veel kleinschalige projecten opgezet door individuen om de situatie van de mensen te verbeteren. Wij hebben bijna 3 weken intensief met Kapil en Ghale opgetrokken en we zijn ze erg gaan waarderen. Kapil omdat hij een goede gids is en een slimme jongen en Ghale omdat hij hartverwarmend is, hij verdient het een makkelijker leven te krijgen voor hemzelf en zijn gezin.Van Iran naar Nepal
In Shiraz op 20 oktober het vliegtuig ' gepakt'. Shiraz is geen wereld stad dus wij verwachten een klein vliegveldje. Het vliegveld snel gevonden, maar tot onze verbazing zien wij onze vlucht niet terug op de borden. Na een uurtje toch maar eens gevraagd hoe dat nu kan, wat blijkt?? Er is nog een vliegveld/hal met internationale vluchten. Zaten we mooi verkeerd, snel de fiets gepakt naar de juiste locatie. Wij zijn razend benieuwd hoe het zal gaan me de fietsen in het vliegtuig. Telefonisch is ons door Arabia.com verzekerd dat het geen problemen geeft. En inderdaad met de vliegmaatschappij is het soepel verlopen, zelfs 20kg overgewicht is geen probleem, maar dan de douane..... De fietsen moeten van de douaniers over de veiligheidsband zodat ze kunnen zien dat we niets illegaals meenemen in het frame en stuur. Banden er af gehaald, maar het stuur lukt niet en duidelijk gemaakt dat je de fiets niet kan demonteren. Conclusie het lukt dus niet om de fietsen over de band te laten lopen, ze zijn te breed. Wat nu???? We worden vriendelijk verzocht naast de heren plaats te nemen, de rest van de bagage is over de band gegaan en oké bevonden . Na een kwartiertje wordt er een hand op het hart van Dick gelegd om te voelen of hij harder of onregelmatiger klopt. Gelukkig geen stressverschijnselen, wij mogen zonder controle van de fietsen door om ons in te checken voor onze vlucht. In het vliegtuig gelijk de hoofddoek afgedaan en zoals een Iranier zei, freedom at last. Op het vliegveld zei een jongedame nog dat het goed is dat er westerse vrouwen door Iran fietsen, zij kunnen alleen stiekem 's morgensvroeg fietsen.
Wij zijn van Shiraz naar Sharjah in de Verenigde Arabische Emiraten gevlogen. Sharjah ligt ongeveer 10 km van Dubai. Het is daar snikheet en vooral ook vochtig, dus je voelt erg klam aan. Maar wat een rust op straat en wat een weelde. Hier zie je de vrouwen meer gesluierd en meer burka's dragen en de mannen hebben een dishdasha (een witte jurk) aan. Wij zijn vanwege de tussenstop een halve dag in Sharjah geweest, de volgende dag naar Kathmandu in Nepal gevlogen en gelijk weer in de hectiek beland. Na het betalen van $100,- p.p. voor een visum( het geld moet ergens vandaan komen) worden we toegelaten in het land. Nepal heef 2011 uitgeroepen tot jaar van het toerisme, dan hoef je geen visumkosten te betalen en ook geen permits te kopen voor de bergen. Er wordt dan ook een programma opgesteld voor het overnachten bij de mensen thuis. Dus als je van plan bent naar Nepal te gaan doe dat dan in 2011. Op het vliegveld heb je gelijk tig mensen om je heen en ze willen allemaal graag een bijdrage voor het dragen van je bagage, het omhoog houden van het bordje met je naam erop, voor de weg wijzen naar het busje van het hotel, voor het in - en opladen van je bagage..... Wij worden hier gelijk geconfronteerd met de armoede in Nepal. In Kathmandu zelf zitten we in een hotel in de toeristenwijk Thamel. Het is nu hoogseizoen (ontzettend veel westerlingen), de lucht is helder , de temperatuur heerlijk, er is weinig regen en nog geen sneeuw. En wij hebben na 6 weken weer het eerste biertje met alcohol en een glas wijn gedronken, smaakt toch wel weer. Gelijk een trekking van 3 weken met gids, bagagevervoer (een drager) naar het basiskamp van de Mount Everest geregeld en rugzakken e.d. aangeschaft. We zijn benieuwd hoe wij het eraf gaan brengen. Wij hopen over een week of 3 verslag te kunnen doen van onze ervaringen in de HimalayaIran, van Yazd naar Shiraz
De laatste dag in Yazd o.a. besteed aan het bijhouden van de weblog (Marjan) en Dick aan het bemiddelen tussen een Iranese aannemer en een bakstenenfabriek in Nederland. De Iranese aannemer bouwt huizen met Nederlandse bakstenen, en wil ze graag zelf direct importeren. Het contact is gelegd en wellicht komt er in de toekomst een mooie overeenkomst uit.
Wij hebben ook nog de torens van stilte bezocht, de begraafplaats van de Zoroastristen, zij verbrandden hun doden niet, maar legden ze in de zon en lieten ze over aan de gieren, net zoals ze in Tibet doen. Ook dit keer weer gedoe met het reizen. Het busstation in Yazd is verplaatst, maar het is niet duidelijk aangegeven waarheen. Wel dat het richting vliegveld is, maar een bordje met busterminal kom je niet tegen. Na heen en weer gefietst te zijn en meerdere keren de weg te hebben gevraagd en geen duidelijke aanwijzigingen te hebben gekregen, teruggefietst naar het oude busstation. Daar aangekomen worden we druk gebarend naar een taxi verwezen, het station blijkt 10 km verder op te liggen en we zijn niet de eersten die het niet hebben kunnen vinden. Volgens de taxi chauffeur is het geen probleem om de fietsen in zijn wagen te douwen, de bagage kan achterin de wagen. We hebben te weinig tijd om te fietsen, dus maar gedaan. En inderdaad het lukt om onze fietsen en bagage in een kleine taxi te vervoeren.
Shiraz staat bekend om zijn dichter Hafez , de citadel, de vele tombes en natuurlijk de druif. Er wordt sinds de revolutie geen wijn meer gemaakt van de beroemde druif van Shiraz, de druiven zijn wel te koop en smaken goed. We hebben op vrijdag (de zondag voor de moslims) het heiligdom van Aramgah-e-shah-cheragh bezocht. Eigenlijk mogen niet- moslims er niet in, maar als je je netjes gedraagt kan je meelopen met de vrouwen of mannen, wel met Chador en zonder fototoestel. Prachtige zalen met glas en de tombes van Mir Ahmad en 2 van zijn broers. De mensen gedragen zich hetzelfde als bijvoorbeeld bij het graf van apostel Jakobus in de basiliek in Santiago de Compostella, het aanraken van de tombe en het prevelen van een gebed Lijkt een ritueel van alle geloven. De volgende dag weer eens de fiets gepakt en naar het oude rijk Persepolis (stad van de Persen) gereden, een prachtige stad uit de oudheid. Deze stad was het middelpunt van het rijk keizer Achaemenid.
Wij hebben weinig gefietst in Iran zo'n 500 km, maar wel veel gereisd met de bus, 1400 km en een kleine 100 km meegelift. De 5000 gefietste km zijn op 100 km na bereikt.
Wij vliegen 21 oktober via de Arabische Emiraten naar Kathmandu in Nepal, de route over de weg via Pakistan durven wij vanwege onze gezondheid en veiligheid niet aan. Volgens de berichten zijn we dan nog mooi op tijd om de klim naar het basiskamp van de Mount Everest te kunnen maken.
Wat blijft ons bij aan Iran:
Hello friend , welcome in Iran ; De veelgestelde vraag what do you think about Iran? het harde getoeter en gezwaai ; de vele foto's die gevraagd en ongevraagd van ons zijn genomen; de jonge mannen die gewoon hand en hand of gearmd lopen; het saaie zandlandschap en het stof; het vreselijke verkeer, de uitlaatgassen en gevaarlijk en naar ons idee ook vaak asociaal rijgedrag (een weg oversteken in een plaats is levensgevaarlijk ) ; het droge zonnige klimaat met in de middag harde wind (leuk als je hem mee hebt) ; het gewend zijn aan een temperatuur van 30 tot 40 graden; het eenzijdige voedsel, droge rijst (met een kuipje boter erbij) met kebab, geroosterde tomaat en rauwe uien, of kebab met droge rijst, geroosterde tomaat , rauwe uien en af en toe een aubergine prutje; de weinige theehuizen; het alcohol - en cafeïnevrije bestaan wat op zich (gelukkig) geen probleem is; de drukte op straat in de steden met winkelende vrouwen en mannen; het verplicht dragen van een hoofddoek en lange broek; de politieke gesprekken; hetbeeld over de Iraniërs en de veiligheid in dit land die anders is dan we van te voren hadden gedacht, je voelt je overal welkom.